Kist

Poppenspelers waren vroeger zonder uitzondering arm. Ze trokken meestal met hun Poppenkast op de rug door de straten en konden dus geen karrenvrachten aan poppen en Attributen meesjouwen. Slechts een handjevol figuren namen ze mee. Uiteraard de nationale hoofdpersoon, zijn eega, de Baby, de Huisbaas, de Diender, de Beul, de Dood en de Krokodil. Om hun spel aantrekkelijker te maken hadden ze eenvoudige hulpmiddelen bedacht, zoals een Galgje, een lijkkistje, een Verdwijnkistje, een Knuppel, een huisje, een molen en een achterDoek met een karakteristieke afbeelding van het land of de streek waar de Poppenspeler vandaan kwam. Er kwam dus uiteindelijk toch heel wat uit de kist!
Zie ook Doepak nr. 130.
Kist
Illustratie uit: Puppentheater: Bilder, Figuren, Dokumente.
Auteur: Wolfgang Till.
Impressum: Puppentheatermuseum in Münchner Stadtmuseum (1996).
Stamboeknummer: 71.976.