Bedekking van het gelaat die wordt gedragen om onherkenbaar te worden en tijdelijk een andere
identiteit aan te nemen. Er zijn maskers die slechts een gedeelte van het gezicht bedekken, bijvoorbeeld de bovenste helft.
Dan spreekt men van een
Halfmasker. De mond blijft vrij, wat onbelemmerd spreken mogelijk maakt.
Halfmaskers worden gedragen voor de rol van de belangrijkste personages uit de
commedia dell'arte. Andere maskers bedekken het hele gezicht. De stem is dan
moeilijk te horen, tenzij er speciale voorzieningen worden getroffen. In de klassieke oudheid hadden de Theatermaskers grote,
open monden in de vorm van een trechter, waardoor de stem ver droeg. Maskers kunnen menselijke of dierlijke trekken hebben of
geheel aan de fantasie ontsproten zijn. Ze kunnen bovennatuurlijke wezens voorstellen of voorouders. Ze kunnen ook één enkele
menselijke eigenschap belichamen, bijvoorbeeld opschepperigheid of domheid. Maskers worden gedragen bij uiteenlopende rituelen,
zoals bij de carnavalsviering, in het Theater en op een gemaskerd bal.
Zie ook Nô en
Wayang topeng.
Illustratie: Maskerade (briefkaart).
Illustrator: Peter Vos.
Impressum: Poppenspe(e)lmuseum, Vorchten (1989).