In de straatpoppenkast is de handpop het gebruikelijkst. De poppenkastscènes volgen elkaar snel op. Dat betekent dat er vaak van pop gewisseld moet worden. Terwijl de speler dat doet, mag het toneel niet leeg zijn; er moet altijd een pop zijn die de toeschouwers intussen bezighoudt. De meest aangewezen figuur hiervoor is de hoofdpersoon. Voor de speler is het het gemakkelijkst als die altijd op dezelfde hand zit. Jan Klaassen en de aan hem verwante buitenlandse poppenkasthelden worden allemaal op de rechterhand gespeeld. Hun tegenstanders komen de een na de ander op de linkerhand. Met Guignol is het echter precies andersom. Hij heeft de bultige Polichinelle verdreven als hoofdpersoon van de Franse volkspoppenkast. In het begin had Polichinelle in het Guignoltheater nog wel een rol als aankondiger. Gewoontegetrouw bleef hij op de rechterhand. Vermoedelijk kwam Guignol daarom als vaste figuur op de linkerhand.
Zie ook Laurant Mourguet.