Veel komische figuren droegen vroeger de naam van een gerecht. Zo had je in Duitsland
Hanswurst,
Junker Stockfisch en
Pickelhering, in Engeland
Jack Pudding, in Frankrijk
Jean Potage, in Italië
Signor Maccheroni en in Hongarije
Paprika Jancsi. Door rondreizende kermisartiesten raakten veel personages ook
in andere landen ingeburgerd. In Nederland bijvoorbeeld werd
Jean Potage bekend als
Jan Soep. Wie potsen maakte, heette
Hansworst of
Pekelharing. Van lieverlee werd ook in de oud-Hollandse
poppenkast de hoofdpersoon met deze twee namen aangesproken, voordat men hem
Jan Klaassen noemde. In het
volkspoppenspel treffen we verder een aantal kluchtfiguren aan voor wie lekker
eten belangrijk is, hoewel hun naam daar niet op wijst.
Gioppino bijvoorbeeld, uit de Noord-Italiaanse stad Bergamo, is dol op polenta,
een gerecht dat bereid is uit maïsmeel. Voor
Pulcinella is spaghetti het favoriete kostje, voor
Mr Punch zijn het
worstjes. Bij sommige lekkerbekken gaat de voorkeur meer uit naar de fles.
Ze kijken daarbij weleens te diep in het glaasje. De rode neus van Jan Klaassen wijst erop dat hij wel van een
jenevertje houdt.
Katrijn verwijt hem dikwijls dat hij te vaak naar de herberg loopt. Jan werpt haar
dan voor de voeten dat zij zelf naar anijs ruikt.
Zie ook
Gnafron,
Guignolet,
Guillaume, Doepak nrs. 85, 141, 153 en Pamflet nr. 7.
|
Illustrator: J.G. Gerstenhauer.
Inventarisnummer: 00178. |