Belangrijk attribuut in het
volkspoppenspel. Bij de
handpoppen wordt dit slagwapen tussen de beide handjes van de pop geklemd. Het
hanteren van de knuppel varieert van een ritmisch bewerken van het achterhoofd van de tegenstander tot het prikken in
diens buik. Wanneer de vijand is verslagen en slap over de
speelplank ligt, laat de overwinnaar zijn knuppel over diens nek rollen. Een
prentenboekje uit het begin van de vorige eeuw, getiteld 'De poppenkast van Jan Klaassen', beschrijft een dramatisch
verlopende bastonnade (aframmeling): "'Verduiveld, Trijn, je slaat me zeer', Sprak Jan, en wierp zijn vrouw ter neer,
En met den stok zoo zwaar en groot, Sloeg hij zijn lieve Vrouw toen dood."
Zie ook Akketatje en Doepak nr. 147a.
|
Illustratie uit: De poppenkast Jan Klaassen.
Impressum: D. Noothoven van Goor, Leiden (192?).
Stamboeknummer: 71.694.
|